Nostalgische trip naar Circuit Reims
De driehoekige lay-out met twee lange rechte stukken maakte dat op het circuit enorm hoge topsnelheden gehaald werden. In het begin van de jaren 50 van vorige eeuw werden dan ook enige aanpassingen aangebracht aan de omloop om de gemiddelde snelheden naar beneden te brengen. Zo werden er onder meer twee haarspeldbochten toegevoegd. In die tijd werd het circuit van Reims beschouwd als modern met een opvallende draaiend groot scorebord waarop het publiek van op de tribunes het wedstrijdklassement kon aflezen.
In 1932 werd de eerste Grand Prix de France verreden op het circuit van Reims, een wereldkampioenschap bestond er toen nog niet. Tazio Nuvolari op een Alfa Romeo won de wedstrijd. Pas in 1938 en 1939 keerde de Grand Prix terug naar Reims en ook na de oorlog in 1948 en 1949 werd er een Grand Prix verreden. In 1950 bij de oprichting van het wereldkampioenschap Formule 1 koos men logischer wijze voor Reims om de eerste Franse Grand Prix tellend voor een wereldkampioenschap te organiseren. Reims bleef de jaren daarna het belangrijkste circuit en mocht de Franse GP elf maal ontvangen tussen 1950 en 1966.
De specifieke vorm van het circuit zorgde voor hoge snelheden waarbij slipstream-rijden een belangrijke rol speelde waardoor de races vaak pas bij de finish beslist werden. In de jaren vijftig won Juan Manuel Fangio driemaal (50, 51 & 54 ). Een opmerkelijke resultaat was er in 1961 waar Giancarlo Baghetti (Ferrari) zegevierde bij zijn eerste Grand Prix, een prestatie die de Italiaan daarna nooit meer zou herhalen. Jack Brabham won met een wagen die zijn naam droeg de laatste Grand Prix op de Reims-omloop. De kosten voor het organiseren van een Grote Prijs op een niet-permanent circuit liepen echter te hoog op en na 1966 keerde de Formule 1 niet terug naar de Champagnestad.
Ook enduranceraces werden er gehouden op het circuit van Reims, waarvan de bekendste waarschijnlijk de 12 Heures de Reims was. Deze wedstrijd werd georganiseerd tussen 1953 en 1967, weliswaar niet ieder jaar. In 1957 en 1958 won de Ferrari 250 GT van de Ecurie Francorchamps bestuurd door Paul Frère en Olivier Gendebien. In de laatste editie in 1967 ging de zege naar de Ford GT40 van Guy Ligier en Jo Schlesser.
Met de jaren 70 in zicht werd het circuit als te gevaarlijk beschouwd en ook het steeds weer opbouwen en afbreken van de omloop werd te duur. In 1972 werd er de laatste race verreden, waarna er besloten werd om alle installaties die verband hielden met het racecircuit af te breken. Er werd met de afbraak begonnen, maar kort daarop werden de werken weer stilgelegd en wat niet met de grond gelijk was gemaakt, bleef staan.
De resterende gebouwen bleven meer dan 30 jaar onaangeroerd en raakten steeds verder in verval tot een groep vrienden die zich "Les amis du circuit de Gueux" noemde het idee opvatte de gebouwen te restaureren en herschilderen. Zij kregen de toestemming van de burgemeester van Gueux om met hun project te starten en er werd beloofd om de nog resterende gebouwen in ere te houden. Momenteel blijven over de ruïnes van de grote tribune, een gedeelte van het pitsgebouw en het skelet van het grote scorebord. De tribune en de pits liggen langs de provinciale weg D27 en men kan er met de wagen dus langs rijden alsook over het grootste deel van wat ooit het parcours was.
Inspiratie en foto's: Wilfried Geerts
Tweet