RedAnt Racing in 2024 aan de slag met Dréke Janssen in Porsche Sprint Challenge Southern Europe en Porsche Carrera Cup Benelux
“Eén van die rijders is Dréke Janssen”, gaat Goossens verder. “Ik ken Dréke al sinds begin ’23, en vorig seizoen heeft hij samen met zijn ouders al een paar van onze meetings bezocht. Het klikte meteen en we hebben dan ook enkele testdagen met hem georganiseerd. Niet alleen de gelegenheid voor ons om hem te evalueren, maar het gaf hem ook de kans om te bepalen of hij met een Porsche aan de slag wou gaan.”
En dat bleek het geval. “Best een lastig autootje, dat wel”, grijnst Janssen als hem naar zijn indrukken wordt gevraagd. “Maar dat maakt het ook leuk. Ook de omgeving bij RedAnt Racing is aangenaam. Het is een rustig team, en de communicatie is uitstekend.”
“Dréke gaat dit jaar in de Porsche Carrera Cup Benelux aan de slag, maar vooraf werken we ook de Sprint Challenge Southern Europe af”, licht Goossens verder toe. “Die vier meetings in Portugal en Spanje worden telkens voorafgegaan door twee testdagen, wat Dréke de kans moet geven om aan de wagen te wennen en wat race-ervaring op te doen.”
“Mijn ervaring met de Porsche beperkt zich voorlopig inderdaad tot de paar testdagen die we in 2023 hebben afgewerkt”, vult de jonge Limburger uit het Nederlandse Thorn aan. “Ik kan dus ieder rondje aan het stuur van de Porsche gebruiken. Wat mijn ambities zijn? Op middellange termijn wil ik tot in de Porsche Supercup geraken. Dat de concurrentie in de Porsche Carrera Cup Benelux best sterk is? Kan zijn, maar ik concentreer me liever op mezelf, op mijn eigen prestaties. Wat de anderen doen interesseert me weinig.”
Dat Janssen zich in de kijker zal rijden, lijkt onvermijdelijk. Niet alleen door zijn prestaties, maar ook door de originele look van zijn bolide. “Ja, bij RedAnt Racing waren we aangenaam verrast toen Dréke met het ontwerp voor zijn wagen op de proppen kwam”, lacht Marc Goossens. “Maar de mooiste wagen is een snelle wagen. En we gaan er alles aan doen om Dréke dit jaar in de voorste regionen te laten meedraaien.”
Foto: Bart Dehaese
Tweet