van der Horst

Drievoudig wereldkampioen Sir Jack Brabham overleden

Jack Brabham - Cooper-Climax
Jack Brabham - Cooper-Climax
Jack Brabham, die in 1959, 1960 en 1966 wereldkampioen formule 1 werd, is maandag thuis overleden na een lange slepende ziekte. De Australiër, geboren op 2 april 1926, ging tevens de geschiedenis in als de eerste piloot die wereldkampioen werd met een wagen die zijn naam droeg. Brabham nam tussen 1955 en 1970 aan 123 Grote Prijzen deel, won er 14, behaalde 31 maal een podiumplaats en startte 13 maal van op de pole. In 1979 kreeg hij de adelijke titel Sir uit handen van de Britse koningin.
  • Dreamdrive
In 1955 kwam Jack Brabham aan in Engeland en debuteerde datzelfde jaar nog in de Formule 1 tijdens de GP van Engeland. De Australier kon Cooper overtuigen om de Formule 2 van het merk, die de motor achterin had, te voorzien van een zwaardere krachtbron en in te zetten in de Formule 1. De revolutionaire en lichte Cooper haalde, onder meer tot grote woede van Enzo Ferrari, langzamerhand het overwicht op de zware Formule 1 bolides met motor voorin. In 1959 en 1960 behaalde Jack Brabham met een Cooper-Climax de titel binnen, maar een jaar later hadden alle andere merken ook de motor achterin en verloor Cooper al snel zijn suprematie. In 1962 besloot Brabham dan om zijn eigen automerk op te richten en liet daarvoor zijn jeugdvriend en ontwerper Ron Tauranac overkomen. MRD (Motor Racing Developments) was geboren, maar al snel veranderde de naam van de wagens in Brabham wegens het te nauwe verband van de oorspronkelijke naam met een Frans scheldwoord. Al snel rolden er zowel Formule 1, Formule 2, Formule 3 als formule junior wagens uit de fabriek.

In 1966 verhoogde de cilinderinhoud van de F1 motoren van 1.5 liter naar 3 liter en terwijl Ferrari, Honda en BRM worstelden met de betrouwbaarheid van hun complexe motoren, koos Brabham voor zijn wagen voor een weinig krachtige, maar lichte en betrouwbare Repco krachtbron. Deze keuze liet de Australiër toe om dat jaar zijn derde titel binnen te halen, de eerste maal dat een rijder kampioen wordt met een wagen die zijn naam draagt. Het jaar daarop behaalde de Brabham-Repco opnieuw de titel, maar ditmaal is het tweede rijder Denny Hulme die kampioen wordt. In 1968 was er niets meer in te brengen tegen de overhand van de Ford-Cosworth motor en een jaar later koos ook Brabham voor deze krachtbron om zijn wagens mee uit te rusten. In 1969 verlaat Denny Hulme het team en werd Jacky Ickx dankzij sponsoring van Gulf voor één jaar de teamgenoot van Jack Brabham. De drievoudige kampioen won in 1970 nog de openingsrace in Zuid-Afrika maar besloot om op het einde van het seizoen om er mee te stoppen en liet het team over aan zijn vriend Tauranac. Deze laatste was wel een goed ontwerper maar geen geboren teammanager en al na één jaar verkocht hij Brabham door aan Bernie Ecclestone die het merk terug naar de top van de Formule 1 bracht met als hoogtepunt de titels met Nelson Piquet in 1981 en 1983.

Jack Brabham reed vooral in de Formule 1, maar was midden de jaren 60 van vorige eeuw met zijn eigen constructies ook zeer succesvol in de Formule 2. Hij bracht met Cooper in 1961 ook voor het eerst een wagen met motor achterin aan de start van de 500 miles van Indianapolis. Hij kwam ook uit voor het Franse merk Matra in het wereldkampioenschap voor Sportwagens en won in 1970 de 1000 kilometer van Parijs. De drie zoon’s van Jack brabham, Geoff, Gary en David maakten allen ook carrière in de autosport, zij het met minder succes dan hun gelauwerde vader.

Foto: Nationaal Archief, Den Haag, Rijksfotoarchief - Algemeen Nederlands Fotopersbureau - CC-BY-SA-3.0-nl



Dit artikel werd gepubliceerd door Niels Vaeck in Formule 1 op dinsdag 20 mei 2014.
  • Prospeed Competition

Copyright 2000-2024 Autosport.be - Contacteer ons