24H Dubai: Stadler Motorsport vermijdt valkuilen en wint negende editie
Dame Fortuna had echter nog kaarten achter de hand en alle drie de leiders kwamen in de problemen in het derde kwart van de wedstrijd... De Ram Ferrari en Schubert BMW kenden beide een contact op het circuit waardoor ze veel tijd (en plaatsen) verloren, terwijl de Porschisten van Fach Auto Tech met een meer dan comfortabele voorsprong hun mars gestopt zagen na problemen met de versnellingsbak. Zo konden merkgenoten van Stadler Motorsport in de Porsche 997 GT3 R overnemen, waarbij de bolide dankbaar gebruik maakte van het gebrek aan neutralisaties om de voorsprong uit te diepen. Ondertussen was de ALL-INKL.COM Münnich Motorsport Mercedes van René Münnich, Marc Basseng en Rob Huff opgeklommen doorheen het veld naar een tweede plaats, voor de enige overgebleven Black Falcon Mercedes die met nog dertig minuten op de klokken bijna de muur in knalde. Zo kregen we toch nog twee Mercedes SLS AMG op het podium, al is het Porsche dat met de grootste eer gaat lopen in Dubai dit jaar. De Stadler Motorsport bleek doorheen deze editie zeker niet de absoluut snelste wagen, maar de rijders bleven uit de problemen en de 997 GT3 R is daarmee zeker geen minder verdiende winnaar. Het was overigens geleden van 2010 dat Porsche nog eens zegevierde in de woestijn, toen wonnen Narac/Pilet/Holzer, nadat de IMSA Performance Matmut-rijders eerder al de pole hadden gedraaid. Dankzij deze zege heeft Porsche vier van de negen edities gewonnen; het merk uit Stuttgart is daarmee tevens recordhouder.
Een zege was er ook voor het Recy Racing Team, dat na 24 uur racen met de BMW 1-serie primus bleek in de Diesel-klasse. Vocht/van Loo/Schkichenmeier/Meulders/Piessens hadden een voorsprong van maar liefst 14 ronden uitgebouwd op de KPM Racing Golf en 20 ronden op de Red Camel Jordans Seat Leon #121. Op een 22e plaats algemeen was de polesittende JR Motorsport BMW overigens ook de eerste toerismewagen, voor de tweede maal op rij overigens.
Volledige uitslag 24 Hours of Dubai 2014 (PDF).
Foto's: Creventic
Tweet