De dwarse weg richting succes
In 2010 is het helemaal voor echt. Hij neemt deel aan het Pirelli Star Driver-programma, samen met onder meer Hayden Paddon. Hij wint twee manches en waagt het jaar erop de overstap naar het toen kwalitatief erg sterke S-WRC, waar hij vice-kampioen wordt achter de Fin Juho Hänninen, met drie zeges. Genoeg om zich in de gratie te werken bij Malcolm Wilson die hem datzelfde jaar al in de (mooiste) Ford Fiesta WRC (ooit) dropt, in de Rallye du Var, met het oog op de aankomdende Monte-Carlo het jaar erop. Tänak maakt vanaf dan vast deel uit van de troepen van Wilson. Alhoewel vast... De Est gaat in het tweede deel van het seizoen enkele keren van de baan en wordt ondanks een eerste podium in Sardinië bedankt voor bewezen diensten.
Maar Tänak vecht terug, eerst opnieuw op eigen bodem om zich daarna opnieuw in het oog te rijden van Wilson na een nochtans eerder bleek seizoen in WRC2. Hij mag in 2015 nog eens proberen, maar legt wederom een wisselvallig, dwars parcours af. Wilson twijfelt en vindt in D-Mack een geschikte partner om de nog altijd geen dertigjarige Est in alle stilte te laten rijpen. De banden laten Tänak niet toe om vooraan mee te spelen, maar de Est leert te vechten en de wagen op de baan te houden. In Polen lijkt een eerste zege in de maak, dankzij dat Brits rubber, maar Tänak rijdt lek en kan aan de finish zijn tranen niet bedwingen. Sébastien Ogier en Thierry Neuville brengen een huilende Tänak op hun schouders naar het podium, niet wetende dat er diep onder die stalen schedel een onverzadigbaar monster wordt gecreëerd op dat eigenste moment. Tänak beseft plots dat hij kan winnen en steekt dat niet meer weg.
Wilson heeft het in de mot. Een volwassen Ott is opgestaan. Nog altijd stug en nors, maar met de borst vooruit. In Sardinië 2017 is het prijs, enkele maanden later is het weer van dattem, op asfalt dan nog, in Duitsland. De kampioen staat op, gesmeed en gehard uit Estse fosfor, brandbaar, zelfs onder water. Titänak.
Op het moment hij de overstap maakt naar Toyota was de vraag niet langer of de Est ooit kampioen kon worden, maar wanneer. In 2018 had het al kunnen of moeten zijn, in 2019 is het prijs. Geschiedenis. De Franse hegemonie doorbroken, de Sebs gebroken, de vloek van Toyota doorprikt, want na de titel van Didier Auriol verging het de Japanners minder. Denk maar aan de diskwalificatie in Spanje 1995 en Sainz' donkerste dag in het najaar van 1997.
Tänak draait al een decennium mee, en is nog maar 32. Een reeks van negen wordt moeilijk, ééntje van zes ook, maar dat het bij één kroontje zal blijven, dat gelooft niemand, of het nu onder Japanse dan wel Koreaanse vlag is.
Foto's: Sandro Delaere en RIP-Davy Degyrse
Tweet