van der Horst

Maserati viert 100-jarig bestaan in Autoworld Brussels met historische tentoonstelling

Van 4 juli tot 31 augustus 2014 staat op de mezzanine van het museum opnieuw een prachtige collectie auto’s tentoongesteld waar een hele geschiedenis achter schuilgaat. De Italiaanse ‘belle machine’ met de drietand vieren dit jaar immers hun 100e verjaardag – reden genoeg voor Autoworld om zijn zomertentoonstelling aan het merk te wijden.
In totaal zullen op de mezzanine meer dan 30 historische modellen worden samengebracht, die worden uitgeleend door private verzamelaars uit België, Nederland en Duitsland. Samen vertellen zij het verhaal van een eeuw ontwikkeling van fabelachtige racemotoren en autodesign van een van de beroemdste Italiaanse constructeurs uit de geschiedenis.

Bezoekers kunnen er onder meer een A6G Pininfarina, meerdere generaties van de Quattroporte, een Mistral, Ghibli, Indy, Bora, Merak en een Khamsin bewonderen, evenals enkele raceauto’s als stille getuigen van het indrukwekkende palmares van het merk, zoals een A6GSC (Mille Miglia 1954), eenzitters zoals de 8CM (1934) en de 4CLT (1948), een 3500 GT en een Ghibli Compétition. Zij krijgen nog het gezelschap van een Birdcage van de jaren zestig van de vorige eeuw en een Barchetta van de jaren negentig.

En alsof dat nog niet genoeg is, zullen ook de liefhebbers van hedendaagse auto’s aan hun trekken komen met een selectie van enkele moderne Maserati’s, die een plaats kregen in de zone van de tijdelijke tentoonstellingen, zoals de Ghibli, een Gran Turismo Cabriolet en Coupé en een Quattroporte, die ter beschikking werden gesteld door Maserati Belux.

Allemaal auto’s die jong en oud aan het dromen kunnen brengen…

Brokje geschiedenis

Toen de broers Alfieri, Ettore en Ernesto in december 1914 in Bologna het familiebedrijf ‘Officine Alfieri Maserati’ oprichtten, zat de passie voor snelheid en mechaniek al in hun genen verankerd: hun vader was ook al helemaal weg van alles wat te maken had met ‘het grote stalen paard dat stoom uitblaast’.
Nog vóór ze in Bologna aan de slag gingen, hadden de Maserati broers al heel wat motoren in elkaar gezet – niet alleen voor auto’s, maar ook voor vliegtuigen. Bovendien hadden ze al hun geluk beproefd in de autosport. Dat gold vooral voor Carlo, de oudste broer, die met volle teugen van het leven genoot en uiteindelijk in 1909 voortijdig stierf. Hij bleef ook daarna een voorbeeld voor zijn jongere broers.

In 1914 hielden de broers zich in de werkplaats te Bologna vooral bezig met het onderhoud en de tuning van raceauto’s en de productie van bougies, die in die jaren een uitstekende reputatie genoten. De drietand, het embleem van het merk, werd bedacht door Mario, de artistieke broer van het gezin. Hij had hiervoor zijn inspiratie gehaald bij een van de meest kenmerkende symbolen van de stad Bologna: de drietand van het standbeeld van Neptunus op de Piazza Maggiore, een teken van kracht en sterkte. Toch zou het nog tot 1925 duren voordat het embleem op de eerste raceauto van Maserati zou worden aangebracht: de Tipo 26.
 
De geschiedenis van Maserati is een verhaal van veel ups en downs, met enkele klinkende overwinningen, waarvan de indrukwekkendste ongetwijfeld in 1957 werd geboekt. Toen werd Fangio voor de vijfde keer wereldkampioen Formule 1 aan het stuur van de prachtige Maserati 250F.
Hetzelfde jaar eindigde het kampioenschap voor Sport-Prototypes op het circuit van Caracas (Venezuela) rampzalig voor het team. Aldolfo Orso, de eigenaar van de fabriek, besliste daarop om de sportafdeling te sluiten en zich uitsluitend te concentreren op de productie van wegmodellen (stradale). Er zouden nog slechts enkele raceauto’s op bestelling worden gemaakt. De ‘Birdcages’ zijn daarvan de mooiste exemplaren.
Toen begon voor Maserati ook een nieuw tijdperk. De 3500 GT en de Quattroporte waren de eerste seriemodellen. Ze zouden even later worden gevolgd door de Sebring, de Mistral, de Mexico, de Indy en de Ghibli.
Op het einde van de jaren ’60 werd het eens zo roemrijke merk van de ondergang gered door Citroën. De nieuwe eigenaar zette het licht op groen voor nieuwe modellen zoals de Bora, de Khamsin en de Kyalami. De zescilindermotor van de kleine Merak werd opnieuw in de planning opgenomen voor de Citroën-Maserati, maar op dat moment was Citroën zelf in woelig vaarwater terecht gekomen. De Argentijn Alejandro De Tomaso bleek de nieuwe redder in nood voor het merk met de drietand. Hij besliste om te kiezen voor massaproductie en haalde daarom de GT’s met een V8-motor uit het aanbod. De Biturbo van 1982 en de verschillende varianten van dit model zouden uiteindelijk de redding worden voor Maserati. Bij het begin van de jaren ’90 kreeg de Shamal opnieuw een V8-motor ingebouwd en maakte het merk zijn comeback op de circuits.

Hoe gek de geschiedenis soms loopt, bleek in 1999, toen de oude rivaal Ferrari de nieuwe eigenaar werd van Maserati. Het partnership van de bekendste twee Italiaanse autoconstructeurs werd zo succesvol, dat velen intussen vergeten zijn dat ze eerder gezworen vijanden waren geweest. De mooiste GT’s rolden in 2004 uit de fabriek. Hetzelfde jaar zag de MC12 het levenslicht. Het Duitse team VitaPhone Racing won zes keer op rij het FIA GT-kampioenschap en drie keer de 24 Uren van Spa Francorchamps met onze landgenoot Eric Van de Poele aan het stuur. Ook de Maserati Trofeo behaalde heel wat successen in het merkenkampioenschap…

Tegenwoordig heeft Maserati met de Quattroporte V en de nieuwe Ghibli alle troeven in handen om zijn eeuwfeest op een waardige manier te vieren.



Dit artikel werd gepubliceerd door de redactie in Varia op donderdag 19 juni 2014.
  • Dreamdrive

Copyright 2000-2024 Autosport.be - Contacteer ons