Wat hebben we al geleerd na zes wedstrijden in de Formule E?
Heeft de Gen2-wagen de verwachtingen ingelost?
Midden juli werd de laatste wedstrijd afgewerkt in New York met de vorige versie Formule E-bolide en werden de plannen voor de Gen2 voorgesteld: een krachtigere batterij, geen pitstops meer en races die tijdsgebonden zijn. Voor het seizoen waren er toch wat sceptische reacties te horen over het nieuwe format. Zullen al deze veranderingen de wedstrijden aantrekkelijker maken? We zijn nu zes ePrix' verder en we kunnen duidelijk stellen dat dit degelijk het geval is met als hoogtepunt de weergaloze finish van Lucas Di Grassi tijdens de Mexico E-Prix. De piloten zijn nog meer aan elkaar gewaagd dan voordien en de nieuwe wagens spelen hun rol voortreffelijk in dit spektakel.Heeft de aanvalsmodus toegevoegde waarde geboden?
Nog een nieuwigheid in het begin van dit seizoen was de aanvalsmodus, waarbij de rijders voor een periode 25 kilowatt meer ter beschikking krijgen dan de reguliere 200. Ze moeten deze "bewapenen" in bochten waarbij zij - in theorie - in het nadeel zouden zijn. Daarnaast krijgen de teams pas net op voorhand te horen hoeveel keer zij verplicht de aanvalsmodus moeten gebruiken. Zes wedstrijden later kunnen we constateren dat deze nieuwigheid een race kan doen kantelen. Met momenten werd het tactisch gebruikt waarbij rijders - tijdelijk - toch de bovenhand konden nemen, maar door de plaatsing van de zones vormde het wapenen soms een uitdaging voor sommigen, waardoor zij niet alleen kostbare tijd, maar soms ook al de wedstrijd verloren. We mogen dan ook duidelijk stellen dat het zijn plaats heeft gevonden in het nieuwe era van de Formule E en dat de organisatie niet op meer kon hopen dan welke rol het speelt tijdens de wedstrijd.Wat mogen we in het tweede luik verwachten?
Als je kijkt naar de races tussen Riyad en Sanya, dan werden we vergast op niets anders dan pure strijd. Daarnaast hebben we ook gekregen waar veel organisaties louter van kunnen dromen: zes verschillende polesitters en zes verschillende winnaars - in beide gevallen van zes verschillende teams. Nog opvallend: waar bijvoorbeeld BMW en DS Techeetah nog de bovenhand namen in de beginfase van het kampioenschap, werd dat voordeel meer en meer tenietgedaan naarmate de races vorderden. De concurrerende teams hebben bijgeleerd en het gat mooi dichtgereden. Aan de andere kant hebben sommigen toch moeite met de kracht van de nieuwe wagen. Zo waren de wedstrijden in Santiago en de laatste twee manches in Azië een heuse veldslag waarbij het opgaves regende. Of de teams geleerd hebben van de laatste wedstrijden, zal zo blijken in Rome.Kunnen we al een topfavoriet voor de titel aanduiden?
Iedereen schuift elk seizoen wel zijn topfavoriet naar voor, maar zes wedstrijden later is de vaststelling dat één naam aanduiden bijzonder moeilijk is. Elke wedstrijd traden nieuwe namen op het voorplan en wanneer zij goed presteerden de ene manche, faalden zij in een andere. Antonio Félix da Costa werd gebombardeerd tot één van de topfavorieten voor de titel na de pre-seasontesten en dit werd bevestigd door zijn overwinning in Riyad. Maar toch leek de Portugees weg te deemsteren in de daaropvolgende wedstrijden om dan toch de leiding te pakken na Sanya. Een gelijkaardig verhaal kan je ook over Jean-Éric Vergne vertellen. Aan de andere kant heb je dan een Jérôme D'Ambrosio die al sinds Marrakech in de top drie hangt of een Edoardo Mortara die ePrix na ePrix beter werd. In dat geval zal er maar één belangrijke troef zijn in de komende zeven races voor de toekomstige kampioen: constant blijven presteren.Foto's: Formula E - Kurt Vanhoenacker - BMW Motorsport
Tweet