Schrijft duo Martin-Mampaey Belgische autosportgeschiedenis in 2014?
Dat kan ook niet anders want voor het Mechelse RBM het WTCC voor DTM verruilde, ging geen enkel Belgisch team ooit de uitdaging aan. Ook Belgische rijders die ooit in het DTM aanzetten lopen niet dik bezaaid; slechts zes landgenoten proefden sedert het ontstaan van de serie in 1984 - met een onderbreking van vier jaar van 1996 (dat jaar omgedoopt tot ITC) tot 1999 - van de populaire serie.
Eric van de Poele beet in 1987 de tricolore spits af, en hoe! 'Kuifje' werd dat jaar met een Zakspeed BMW M3 meteen kampioen voor Manuel Reuter en dit zonder ook maar één race te winnen. Twee seizoenen later, in 1989, maakte 'VDP' een eenmalige comeback aan het stuur van een identieke wagen, ingezet door het Duitse Valier Motorsport.
Wanneer Maxime Martin op 4 mei eerstkomend in Hockenheim aan de start van de seizoenopener komt, drukt hij onvermijdelijk de voetsporen van vader Jean-Michel Martin. In 1989, het jaar waarin deze tevens een eerste van twee Belgische Procar-titels behaalde, betwistte Martin Senior immers ook acht DTM-wedstrijden met een door dat zelfde Valier Motorsport gerunde BMW M3. Die leverden de Brusselse race-aas toen een zestiende stek op in het eindklassement.
Dat was een stuk beter dan Pierre Dieudonné, de derde Belg die dat seizoen in het DTM aan de bak kwam. Dieudonné, momenteel succesvolk sportief directeur bij WRT, eindigde toen 37ste maar het moet gezegd dat de tweevoudige winnaar van de 24U van Francorchamps - naast zoveel andere schitterende prestaties in o.m. F3, F2, EK Toerisme en in Le Mans - toen slechts vier DTM-races afwerkte aan het stuur van een Ford Sierra Cosworth van Ringshausen Motorsport.
Ook de thans verhoopte samenwerking tussen Martin en Mampaey zou geen echte primeur zijn want in '85 en '86 reed vader Jean-Michel de 24 Uren van Francorchamps voor rekening van het succesrijke JUMA van ... Julien Mampaey, vader van RBM-patron Bart!
Elf jaar na de optredens van Van de Poele, Martin en Dieudonné, in 2001, dook de Belgische driekleur opnieuw in het DTM op. Dat jaar maakten zowel David Saelens als Yves Olivier hun opwachting in de hoog aangeschreven serie. Beiden hadden toen reeds knappe resultaten bij elkaar gereden in het Frans-, respectievelijk Duits F3-kampioenschap,weliswaar gevolgd door minder succesrijke F3000-campagnes.
Saelens verving dat jaar vanaf het derde raceweekend de Portugees Pedro Lamy in een door het Rosberg Team gerunde Mercedes Benz CLK-DTM. De West-Vlaming kwam in alle acht races waarin hij startte aan de finishlijn, met een negende stek als beste resultaat en vier punten op het eindconto. Streekgenoot Yves Olivier van zijn kant werkte tien wedstrijden af; als teamgenoot van sterrijder Manuel Reuter bij Team Phoenix, haalde hij aan boord van een één jaar oude Opel Astra V8 Coupé zes maal de finish, met een achtste plaats en één punt in Spielberg als beste.
Olivier kwam ook in 2002 aan de start met een identieke wagen, deze keer ingezet door het Italiaanse Opel Euroteam. Die samenwerking zou slechts zes wedstrijden duren, met als dieptepunt een crash, voorafgaand aan de eigenlijke race, op een natte Zolder-baan.
Ook Vanina Ickx waagde zowel in 2006 als in 2007 haar kans. De dochter van F1-legende Jacky trad twee seizoenen met een Audi A4 DTM van Colin Kolles' Futurecom TME-team aan. Beide confrontaties met de DTM-toppers - telkens aan boord van een twee jaar oude Audi A4 - werden een zware dobber voor de Brusselse amazone. Met een elfde stek ter gelegenheid van de Hockenheim-finale in 2006 en een 13de plaats in Barcelona anno 2007 als jaarbeste resultaten, sloot Ickx beide seizoenen puntenloos af op een 19de, resp. 21ste plaats.
Zeven jaar later is het thans de beurt aan Martin Junior. Bij welk BMW-team hij ook aan de slag gaat, de knalprestaties die Max de voorbije jaren uit zijn mouw schudde indachtig, verwacht de hele Belgische achterban van Maxime Martin anno 2014 zondermeer vuurwerk. Benieuwd of hij de hooggespannen verwachtingen na een aanpassingsperiode ook kan waar maken en even goed doet als Van de Poele.
Foto's: Hans van Onsem & GDC
Tweet